Door de financiële crisis duurt het langer voordat een woning wordt verkocht. Het komt regelmatig voor dat mensen al een nieuwe woning hebben, maar de oude woning nog niet hebben verkocht. Om dubbele lasten te voorkomen wordt er vaak gedacht aan het tijdelijk verhuren van de woning. De verkoper wil echter niet geconfronteerd worden met huurders die niet willen vertrekken. De Leegstandwet kan dan uitkomst bieden aangezien de Leegstandwet de mogelijkheid kent van tijdelijke verhuur, waarbij de huurder slechts beperkt huurbescherming geniet. Ook leegstaande huurwoningen die bestemd zijn voor sloop of renovatie vallen onder de Leegstandwet.
Door de aanhoudende crisis en leegstand heeft minister Blok voorgesteld om tijdelijke verhuur bij leegstand van woningen en vooral ook gebouwen zoals kantoren, scholen en ziekenhuizen makkelijker en aantrekkelijker te maken. Op 26 maart 2013 heeft de Tweede Kamer met het voorstel ingestemd.
De volgende wijzigingen zijn aangenomen:
- De maximale huurprijs van te koop staande leegstaande woningen vervalt. De huurprijs wordt voortaan door de eigenaar-verhuurder en huurder bepaald;
- De maximale vergunningsduur voor tijdelijke verhuur van woonruimte in leegstaande kantoren, ziekenhuizen, verpleeghuizen, hotels en scholen gaat van vijf naar tien jaar;
- De maximumduur voor tijdelijke verhuur van sloop- en renovatiewoningen gaat van vijf naar zeven jaar;
- Leegstaande woningen mogen onder voorwaarden meer dan eenmaal tijdelijk worden verhuurd.