Nieuw arbitragerecht op 1 januari 2015

Download PDF

De nieuwe arbitragewet treedt in werking op 1 januari a.s. Daarmee wordt het arbitragerecht in Nederland herzien, hetgeen voor het laatst in 1986 is gebeurd. Arbitrage is een veel gebruikt alternatief voor geschilbeslechting bij de overheidsrechter en geschiedt bijvoorbeeld bij het Nederlands Arbitrage Instituut en, meer specifiek voor bouwgeschillen, bij de Raad van Arbitrage voor de Bouw. Hieronder worden de meest in het oog springende aspecten van de nieuwe arbitragewet belicht.

Flexibilisering

De nieuwe regels zijn veelal van regelend recht. Partijen kunnen daarom vaak van de nieuwe wettelijke regeling afwijken en andere regelingen overeenkomen. Dit geeft partijen de vrijheid om hun wensen ten aanzien van een arbitrageprocedure vorm te geven. Te denken valt aan: andere of nadere afspraken over de hoeveelheid schriftelijke stukken die mogen worden uitgewisseld en of er al dan niet een mondelinge behandeling zal volgen; specifieke regelingen met betrekking tot deskundigen en/of getuigen; het al dan niet toestaan van voorlopige voorzieningen, voeging, tussenkomst, etc.

Modernisering

De mogelijkheid om geheel of gedeeltelijk elektronisch te procederen wordt gecreëerd evenals de mogelijkheid om processtukken en correspondentie per e-mail te versturen. Tevens is de volgende meer tekstuele modernisering doorgevoerd. Al jaren staat in de wet dat het scheidsgerecht kan beslissen als goede mannen naar billijkheid (art. 1054 lid 3 Rv; partijen moeten hier echter wel voor kiezen, zonder keuze hiervoor geldt lid 1, dat het scheidsgerecht naar de regelen des rechts beslist). Voortaan zal in lid 3 van art. 1054 Rv komen te staan dat het scheidsgerecht recht spreekt als goede personen naar billijkheid.

Internationale arbitrage

Met de nieuwe regeling is ook beoogd om de positie van Nederland als belangrijk (internationaal) arbitrageland te behouden en verder te versterken. De regeling zou daarom beter moeten aansluiten bij best practices in de internationale arbitragepraktijk. In dat kader is het goed dat het verplichte depot van een arbitraal vonnis wordt afgeschaft (zie hierna), wat internationaal gezien ongebruikelijk is, en dat wordt voorzien in de mogelijkheid van institutionele wraking. De achterliggende gedachte daarbij is dat internationale partijen, onder meer om redenen van vertrouwelijkheid, hiervoor bij voorkeur niet naar een overheidsrechter willen (wat thans het geval zou zijn), maar terecht willen kunnen bij het arbitrage instituut zelf. Voornoemde modernisering kan verder (ook) een internationale arbitrageprocedure vanzelfsprekend vergemakkelijken, maar waarschijnlijk maakt vooral voornoemde flexibilisering arbitrage in Nederland aantrekkelijk(er) voor internationale arbitrage.

Deponering arbitraal vonnis afgeschaft

Op dit moment dient een scheidsgerecht het origineel van een (geheel of gedeeltelijk) eindvonnis nog zo spoedig mogelijk te deponeren bij een rechtbank. Na 1 januari a.s. zal deponering van een vonnis alleen nog plaatsvinden als partijen dit zijn overeengekomen.

Bescherming consumenten

De wetgever wilde consumenten met de nieuwe arbitragewet graag (extra) beschermen en daarmee het vertrouwen in arbitrage vergroten. Een arbitraal beding zal daarom op de zwarte lijst van onredelijk bezwarende bedingen bij consumentenovereenkomsten komen te staan (art. 6:236 BW). Arbitrale bedingen die in algemene voorwaarden zijn opgenomen, wat doorgaans het geval is, zijn daardoor vernietigbaar. Indien op een arbitraal beding een beroep wordt gedaan, dan heeft de consument een maand de tijd om tóch voor de overheidsrechter te kiezen (ondanks dat partijen arbitrage zijn overeengekomen), door aan de partij die een beroep doet op het beding kenbaar te maken dat zij kiest voor een gang naar de overheidsrechter.

Dit is een ingrijpende wijziging, bijvoorbeeld met betrekking tot koop-aannemingsovereenkomsten tussen een consument en een aannemer. Doorgaans wordt in de algemene voorwaarden bij een dergelijke overeenkomst arbitrage overeengekomen en bijvoorbeeld ook in de Uniforme Administratieve Voorwaarden (UAV) is dat het geval. Vanaf 1 januari a.s. dient er bij contractering met een consument dus rekening mee te worden gehouden dat een geschil, ondanks een arbitraal beding, tóch bij de overheidsrechter terecht kan komen.

Vernietiging arbitraal vonnis

Een partij die een arbitraal vonnis wil vernietigen dient zich nu nog te richten tot de rechtbank. Per 1 januari a.s. zal deze partij zich direct tot het gerechtshof moeten richten en daarmee verliest deze partij voortaan dus één feitelijke instantie. Het gerechtshof zal verder een vernietigingsprocedure kunnen schorsen en de zaak terugverwijzen naar het scheidsgerecht, die daarmee de kans krijgt de grond(en) voor vernietiging van het arbitrale vonnis weg te nemen. Dit alles zou een kosten- en tijdsbesparing moeten opleveren en daarnaast ook het vertrouwen in arbitrage moeten vergroten (een vernietiging van een arbitraal vonnis zou het vertrouwen in arbitrage niet ten goede komen).

Overgangsrecht

De nieuwe regels zijn alleen van toepassing op arbitrage procedures die aanhangig worden gemaakt op of na 1 januari a.s. De huidige regeling blijft voor op 1 januari a.s. reeds lopende procedures gelden.

Voor een toelichting kunt u contact opnemen met Thijs Homveld via t.homveld@pharosadvocaten.nl / 035 – 7110844.

Op de hoogte blijven? Inschrijven nieuwsbrief


Google+

PHAROS advocaten

Kiezen voor PHAROS advocaten betekent kiezen voor bevlogen advocaten met jarenlange ervaring en expertise. Aan de onderhandelingstafel, als sparringpartner of in de rechtszaal, onze aanpak is persoonlijk en recht op het doel af. info@pharosadvocaten.nl / 035-711 08 44

Andere blogs - Website - Twitter - Facebook - LinkedIn