Woonboot: roerend, dus geen sprake van huur woonruimte

Download PDF

De vraag of een woonboot een onroerende zaak is, is onder meer van belang voor de vraag of de wettelijke bepalingen met betrekking tot woonruimte (afdeling 5 van Boek 7 BW) van toepassing zijn op een gehuurde woonboot. Op grond van artikel 7:233 BW zijn deze bepalingen namelijk alleen van toepassing op een gehuurde onroerende zaak. Het antwoord op deze vraag is in recente jurisprudentie nader uitgekristalliseerd. De Hoge Raad oordeelde in 2010 in een belastingzaak dat een woonboot in het algemeen een roerende zaak is.

Een zeer recent arrest van het gerechtshof ’s-Gravenhage, nu op het gebied van het huurrecht, sluit daarop aan. Het gerechtshof oordeelt dat de woonboot in casu niet voldoet aan de criteria om woonruimte in de zin van huurwetgeving te zijn. De woonboot is geen gehuurde onroerende zaak. Derhalve zijn de huurbeschermings-bepalingen en huurprijswetgeving niet van toepassing. Op grond van deze jurisprudentie kan worden aangenomen dat een woonboot in zijn algemeenheid niet onroerend is en dat daarom de wettelijke bepalingen die betrekking hebben op woonruimte niet van toepassing zijn.