Gemeente aansprakelijk voor vertragingsschade

Download PDF

In een recent arrest van 22 oktober 2010 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de gemeente Eindhoven aansprakelijk is voor vertragingsschade van een projectontwikkelaar die is veroorzaakt door trage besluitvorming.

De gemeente Eindhoven had een bouwvergunning verleend voor het bouwen van 68 woningen. Tegen dit besluit was door derde-belanghebbende een bezwaarschrift ingediend. Omdat de bouwwerkzaamheden op een bepaald moment begonnen heeft de bestuursrechter – op verzoek van deze derde-belanghebbenden – een voorlopige voorziening getroffen. Deze voorlopige voorziening hield in dat het besluit tot verlening van de bouwvergunning werd geschorst tot zes weken na het nemen van de beslissing op bezwaar. Dit betekende dat de projectontwikkelaar gedurende deze periode niet mocht bouwen.

Vast kwam te staan dat de gemeente Eindhoven pas 29 weken na het verstrijken van de wettelijke beslistermijn van zes weken een beslissing op bezwaar heeft genomen. Als gevolg van deze niet tijdige beslissing op bezwaar en het feit dat de bestuursrechter in de daaropvolgende beroepsfase had geoordeeld dat de bouwvergunning terecht was verleend, heeft de projectontwikkelaar vertragingsschade geleden. Dit is voor hem aanleiding geweest een vordering in te stellen tegen de gemeente Eindhoven tot vergoeding van de door hem geleden schade. In haar uitspraak van 22 oktober 2010 heeft de Hoge Raad uiteindelijk geoordeeld dat de gemeente Eindhoven aansprakelijk is voor de ontstane vertragingsschade.

Het belang van deze uitspraak voor de praktijk is met name dat een voortdurende nalatigheid van een gemeente om te beslissen op een bezwaarschrift op een gegeven moment onrechtmatig kan worden, ook zonder dat de benadeelde partij, bijvoorbeeld een projectontwikkelaar, de gemeente heeft gewaarschuwd of geactiveerd tot het nemen van een beslissing. In dat geval zal de gemeente dus haar portemonnee moeten trekken!